Lokale opslag lijkt te zijn uitgeschakeld in uw browser.
Voor de beste gebruikservaring, moet u lokale opslag inschakelen in uw browser.
Lokale opslag lijkt te zijn uitgeschakeld in uw browser.
Voor de beste gebruikservaring, moet u lokale opslag inschakelen in uw browser.
Niet wat je eet maar wat je opneemt.
90% van de voedingsstoffen wordt opgenomen in de dunne darm, het belangrijkste spijsverteringsorgaan in het lichaam. De dunne darm lijkt op een opgerolde slang van ongeveer 6 meter lengte. Hier wordt de meeste voeding verteerd en opgenomen.
De dunne darm bevat cellen die verschillende functies vervullen: sommige produceren darmslijm, sommige maken enzymen, sommige nemen nutriënten op en weer andere bestrijden bacteriën. De cellen zijn opgevouwen zodat de maagbrij langzamer beweegt en compleet kan worden afgebroken. De vouwen in de dunne darm vergroten het oppervlak van het mucosa, de dunne slijmvlieslaag die de darmwand bedekt.
De dunne darm bestaat uit drie delen: duodenum (twaalfvingerige darm), jejunum (nuchtere darm) en ileum (kronkeldarm). Het duodenum absorbeert vooral mineralen. Het jejunum absorbeert water-oplosbare vitaminen, koolhydraten en proteïnen. Het ileum absorbeert vet-oplosbare vitaminen, vet, cholesterol en galzouten. De wanden van de dunne darm scheidt spijsverteringsenzymen af die proteïnen afbreken tot aminozuren, vetten tot vetzuren en glycerine en koolhydraten tot enkelvoudige suikers.
Het laatste orgaan waar de voedsel resten passeren is de dikke darm. De dikke darm is ongeveer 1,5 meter lang en bestaat uit drie gedeelten; caecum (de blindedarm), de colon (karteldarm) en het rectum (endeldarm). De colon bestaat uit vier delen; Rechts in het lichaam de “colons ascendens” de opstijgende darm, die van beneden naar boven loopt, het tweede deel de “colons transversum”, de dwarsliggende darm ligt horizontaal. Het derde deel de “colon descendens” , de dalende darm, loopt van boven naar beneden. Het laatste deel van darm, de colon sigmoides, gaat over in het rectum.
Chyme (de maagbrij of spijsbrij) begint in het stijgende deel van colon. Het passeert daarvoor eerst de klep van Bauhin. Deze regulerende klep zorgt ervoor dat de chyme niet terug kan keren naar de dunne darm. De chyme is nu nog steeds een vloeibare brij. Met peristaltische (ritmische samentrekkende, knijpende) bewegingen van de darm wordt de chyme voortbewogen. In het horizontale deel van de dikke darm wordt vocht onttrokken uit de chyme. In dit deel worden water en voedingsstoffen opgenomen en ontstaat de faeces (ontlasting). De chyme gaat van halfvloeibare vorm naar een steeds vastere vorm.
1. Uitscheiden van bicarbonaat om zuur te neutraliseren.
2. Opslaan van afval, bacteriën en darmgassen.
3. Afvoeren van gif en afval uit het lichaam.
De wanden van de dunne en dikke darm bestaan uit vier lagen. De binnenlaag van de dunne darm heet mucosa. Deze slijmvlieslaag heeft 2 belangrijke functies: Het laat voedingsstoffen door naar de bloedbaan mits deze de juiste afmetingen hebben. Het blokkeert voedingsstoffen die niet de juiste afmetingen hebben en onverteerde voedseldeeltjes, parasieten, bacteriën en gifstoffen. De mucosa heeft een zeer belangrijke rol in het afweer-systeem (immuunsysteem) van het lichaam. De wand van de dunne darm bevat villi en daarop weer microvilli. Samen vergroten zij de oppervlakte van de dunne darm tot een afmeting vergelijkbaar met een tennisbaan. De slijmlaag op de darmwand is een dikke gladde laag (glycocalyx).
Het slijm bestaat voor een groot deel uit het amino-suiker N-acetyl-glucosamine (NAG). Het lichaam maakt NAG uit het aminozuur L-glutamine. Dit aminozuur is te vinden in veel cellen en is het meest voorkomende aminozuur in het lichaam. Mensen hebben dus L-glutamine nodig om de slijmlaag in de dunne darm op te bouwen. De slijmlaag vernieuwt zichzelf, bij gezonde mensen, elke 3 tot 5 dagen. Bij individuen met darmontstekingen vervangt de laag zich veel vaker, dit kan veroorzaakt worden door problemen bij het omzetten van L-glutamine in NAG.